Een Ros-oliemolen 

 

De ros-oliemolen op Loo

Pieter van Oyen, schepen of schaapherder, op Loo ten noord-oosten van Panningen gelegen had reeds in het begin van de 19^e eeuw op Loo een ros-oliemolen. Na scheiding en deling in 1857 kwam de molen in bezit van zijn twee dochters: Gertrudis de weduwe van Jan Rutten te Helden en Agnes zonder beroep te Nederweert. In 1871 volgde een nieuwe deling. Ieder voor de helft werden toen eigenaar: Jan Gielen landbouwer en olieslager en Hendrika Rutten, zonder beroep, beide in Helden woonachtig. In 1876 verkochten zij de ros-oliemolen. Eveneens voor de helft werden toen eigenaar: Petronella Rutten, de weduwe van Jan Gielen, landbouwster in Helden en Johannes van Meyel, spoorbeambte te Blerick. De erfgenamen van deze families verkochten de rosmolen in 1897 aan de landbouwer Mathis Zeelen te Kessel. In 1904 vestigde hij zich op Loo; omstreeks 1916 liet hij het molenwerk uitbreken.

Plaats in 1843