logo
Bewoningsgeschiedenis Helden
Home
heemkundekring logo

Voormalige molen

Voormalige molen Mathilde (Spoormakers)

 
VolkstellingHuisnummerNaam hoofdbewoner 
1957Molenstraat 15  
1936Molenstraat 15  
1923Onder 715aGezin Sommers 
1910Onder 551MolenWindgraanmolen
1890Onder 551Molen 

In 1873 vroegen een aantal personen aan het provinciaal bestuur toestemming om een windmolen te mogen bouwen. Daaronder bevonden zich Arnold Lodewijk van de Mortel, Martin Spoormakers en Theodoor Peters. Zij hadden hetzelfde perceel sectie C 3155 respectievelijk het ernaast liggende C 3154 op het oog. Blijkbaar zag Van de Mortel van de bouw af want het daarop volgende jaar kocht hij de standaardmolen op de Molendries. De anderen gingen door. Het kwam tot een gezamenlijke uitvoering waaraan deelnamen: Jan Hubert Adriaens molenmaker in Weert; Jacob Breukers molenaar in Nederweert en Martin Breukers te Nederweert die tezamen voor een helft eigenaar werden; verder Theodoor Peters kuiper in Helden en Martinus Spoormakers smid in Helden voor de andere helft. Op 3 november 1873 kochten Adriaens Breukers en Peters een stuk bouwland op sectie C 3426 op Onder van de landbouwer Michiel Smolders te Helden waarop de molenmaker Adriaens in 1874 een stenen windmolen bouwde. In 1876 verkochten zij de molen aan Theodoor Peters. In volgorde werden in de loop der jaren eigenaar: Leonard Leyen molenaar in Helden in 1877 na koop; Martin Spoormakers molenaar en landbouwer in Helden in 1880 na koop; Peter Spoormakers molenaar in Helden in 1904 na scheiding en deling mede-eigenaar was Jan Spoormakers; vervolgens is Peter Spoormakers alleeneigenaar. In 1911 werd het bedrijf uitgebreid met een klein pakhuis. De familie Spoormakers verkocht de molen met aanhorigheden in 1926 aan Johannes Hubertus Franciscus Sommers die molenaar en manufacturier van beroep was. Zes jaar later werd de molen buiten bedrijf gesteld. In 1944 kocht Chr. van Bussel te Weert de molen voor afbraak om met de onderdelen andere molens te restaureren. De laatste twee oorlogsjaren waren gebruikte molenonderdelen zeer zeldzaam; nieuwe onderdelen konden vanwege de materiaalschaarste niet worden gemaakt. Tot een afbraak kwam het echter niet; op 17 november 1944 werd de molen door de Duitsers opgeblazen. De molen stond aan de noordelijke zijde van de dorpskom aan de latere Molenstraat. De romp was geteerd; het gevlucht had een lengte van ruim 25 m.en was Oudhollands opgehekt.


Laatst bijgewerkt op 26 november 2025 om 08:58:08