Mariaplein 17
Pand "Enwé" (Mariaplein 17)
Het pand zal omstreeks 1850 gebouwd zijn wat valt af te leiden uit de gebruikte materialen, zoals de metselstenen, de vloeren, de bijzondere dakconstructie en het daarvoor gebruikte hout.
Het komt op verschillende punten overeen met het tegenover liggende pand "van der Heijden". Ook de kelderruimtes zijn in beide panden gelijk, n.l. twee naast elkaar liggende en parallel aan de voorgevel lopende gewelfde kelders, die onderling verbonden zijn. Het grootste verschil is de dakvorm. Hebben we een schilddak bij pand "Jenniskens" is gekozen voor een zadeldak met wolfseinden. Verdere bijzonderheden aan dit huis zijn o.a. de diensttrap, die twee maal zo lang is als een normale verdiepingstrap. De trap reikte in een lengte van wel zeven meter rechtstreeks naar de zolder toe, die gezien de toen aanwezige hijsinrichting als droogzolder heeft gediend. Opmerkelijk aan de hijsinrichting is dat de lasten door een ingenieus systeem ook meteen naar binnen konden worden vervoerd. Deze installatie was vrijwel geheel in eikenhout uitgevoerd. Natuurlijk was er voor de huisgenoten een andere manier om de verdieping te bereiken via een prachtige eikenhouten in de hal opgestelde trap, die een halve slag draaide. In de hal kon men overstappen op een trap naar de kelder, die windscheef was. Zo'n trap maakte minder dan een kwartslag. Dit werd een scheluwtrap genoemd, of windscheef. In ons dialect spreken we van wings. Op de eerste verdieping liggen 4 grote kamers en op de 2e bevindt zich een grote graanzolder met knechtenslaapkamers en daartussen een gang met een geveldeur waarboven een katrol is aangebracht voor het ophijsen van zakken gevuld met graan. Aan de rechter gevel bevond zich vroeger een oprit en een draaikom voor paard en wagen en daarachter lagen 2 armenhuisjes. In de gewelfde kelder bevinden zich 7 waterputten: een voor huishoudelijk gebruik en de overige voor de jeneverstokerij. Uitzonderlijk is ook de omlijsting van de voordeur. Ze bestaat uit een hardstenen dorpel, twee zware massieve stijlen en een mooi geprofileerde bovendorpel met dekplaat. In het dorp waren me vier van dergelijke deurpartijen bekend.
![]() | |
| Exacte datum foto onbekend, gezien de net aangeplante bomen, zal deze opname zijn van kort na de tweede wereldoorlog. Rechts het pand Enwe, links daarnaast Greijmans en daarnaast café-zaal Apollo. |
De bouwer en eerste eigenaar van het pand was Renier Jenniskens. Hij was "brander" van beroep en had in dit pand een jeneverstokerij met opslagruimte voor graan. Renier Jenniskens, die er zelf woonde met zijn grote gezin. Echter in 1869 wonen er samen met de familie Jenniskens maar liefst 23 mensen in het huis. Het pand heeft dan huisnummer: Helden 455, maar in de volksmond wordt het ook wel "huis Jenniskens" genoemd. In 1894 neemt een rijke rentenier en vrijgezel Charles Le Brun (in het dorp werd hij gemakshalve Karel de Bruin genoemd, de Franse uitspraak zal voor veel mensen te ingewikkeld zijn geweest) er zijn intrek en woont er tot 1935. Hij leefde er goed van. Alle percelen grond die te koop waren en aan zijn bezit grensden kocht hij op. Volgens de overlevering was hij een vaste klant van het toenmalige hotel Antiek van Louis Ueberbach. Bijna dagelijks ging hij met een stuk in de kraag, recht over de Pool, naar huis. Na de dood van Lebrun kwam het hele goed in bezit van de familie Esser in Venray, die het in 1935, ten overstaan van de notarissen Haffmans het hele eigendom van Lebrun aan de hoogstbiedende. De verkoop vond plaats In de economisch zeer slechte jaren, de z.g. crisisjaren. Er was geen geld. Ondanks negatieve adviezen van deskundigen ging de verkoop toch door. De opbrengst was zeer gering. De twee naast elkaar liggende huizen "Greijmans en Jenniskens" werden toen (samen met het er naast gelegen pand "Greijmans") overgenomen door de heer Giel Peters, aannemer-timmerman te Helden. De tuinen die doorliepen tot aan de Nieuwstraat, hadden een totale oppervlakte van meer dan 60 aren. Deze koper in dat jaar vestigt er een timmerwerkplaats achterin bereikbaar via het "slegterspedje" en behoudt de functie tot 1974. Wel wordt het pand in de tweede wereldoorlog zwaar beschadigd. Bewoners van het huis in de 20ste eeuw waren huurders, zoals burgemeester van Cann, een Duitse familie Hartmann, en een Rotterdamse rentenier Croes met echtgenote, zonder kinderen. Wel had hij een kelder vol had zitten met konijnen. De keldervloer was volgezet met dennen boomstronken die waren afgedekt met planken met geel zand erop. Daaronder vermeerderden de konijnen zich naar hartelust. Ook had Croes een grote kamer van het huis vol kanaries. Toen op een dag het raam open waaide, kozen de vogels de vrijheid en kinderen die een vogel terugbrachten kregen hiervoor een kwartje. De heer Croes was de laatste huurder. Na zijn vertrek heeft het huis een tijd leeggestaan. 's Zomers werd het wel eens gebruikt als vakantie-onderkomen voor jeugdgroepen uit Holland. In 19… (?) is er het installatiebedrijf voor gas, water en sanitair, Enwe in gevestigd. Als dat bedrijf ophoudt te bestaan, koopt de eigenaar van de cafetaria ernaast het pand in 2009 en laat het renoveren, …mooi in uiterlijk originele stijl gerestaureerd tot een appartementencomplex met verschillende bewoners. Het gebouw is nu mede afgebeeld op een staalsilhoutte van markante gebouwen van Helden:
![]() |
Laatst bijgewerkt op 24 november 2025 om 19:46:04


